19 NOVEMBER 2022 – Antonie Holleman

In het vorige deel schreef ik over de kwetsbare opstelling van Paulus in het conflict met de gemeente in Korinte. Hij was niet alleen maar bezig om zichzelf te verdedigen en zijn tegenstanders te bekritiseren om de discussie te winnen, maar durfde het ook aan om zijn eigen zwakheden te laten zien. Hij deed dit omdat hij geleerd had meer op God dan zijn eigen kunnen te vertrouwen, want juist in zijn zwakheid en kwetsbaarheid openbaarde zich Gods kracht (2 Korintiërs 1:9, 3:5, 12:9). Ten tweede stelde hij zich kwetsbaar op om zijn liefde voor de gemeente te laten zien; ik was er kapot van, maakte me grote zorgen om jullie en kon niet goed meer functioneren (2 Korintiërs 2:4, 12-13, 7:5).

Wij hebben dit voorbeeld van Paulus zeer ter harte te nemen. Ik zie in de samenleving en ook onder Christenen dat er heel slecht naar de ander met een andere mening en met een andere kijk op de dingen wordt geluisterd. Men neemt positie in, verzamelt argumenten om de ander te bestrijden en het eigen gelijk te bevestigen. Je kwetsbaar opstellen, zoals Paulus deed, wordt dan gezien als een teken van zwakte.

Gelukkig zie ik nog wel mensen die net als Paulus zich kwetsbaar durven op te stellen, ook in de politiek. Ik heb grote waardering voor Henk Staghouwer, de vorige minister van landbouw. Ik kan me nog herinneren dat hij door de ChristenUnie naar Den Haag was gehaald omdat hij als lid van Gedeputeerde Staten van Groningen had laten zien dat hij de juiste man voor deze positie was. Toen in de zomermaanden de kritiek op hem toenam, kwam hij op 5 september met deze mededeling: “Ik heb mij de vraag gesteld of ik de juiste persoon ben om leiding te geven aan de opgaven die er liggen. Ik ben afgelopen weekend tot de conclusie gekomen dat ik die persoon niet ben.” Hiermee stelde hij zich uiterst kwetsbaar op in een politieke strijdcultuur. Wat er vervolgens allemaal over hem werd gezegd en geschreven was niet echt opbouwend voor zijn reputatie als bestuurder en politicus. Voor mij is hij een voorbeeld van een navolger van Christus die het zelfonderzoek niet uit de weg is gegaan en zich in een strijdcultuur heel kwetsbaar heeft opgesteld.

Meegevoerd in een triomftocht
Deze oproep tot zelfonderzoek en kwetsbaarheid staat niet op zichzelf, maar heeft te maken met de visie van Paulus op het apostelschap en het navolgen van Jezus. In 2 Korintiërs 2:14- 15a schrijft hij: “God zij gedankt dat Hij ons, die één zijn met Christus, in zijn triomftocht meevoert en dat Hij overal door ons de kennis over Hem verspreidt als een aangename geur. Door Christus te verkondigen zijn wij als wierookgeur die God behaagt.” Paulus gebruikt twee beelden die iets zeggen over hoe hij naar zichzelf kijkt en zijn rol als apostel. Deze twee beelden wil ik verder uitdiepen.

Het eerste beeld wordt opgeroepen door een werkwoord dat de NBV21 vertaalt met “in een triomftocht meevoeren.” Het was in de tijd van Paulus gebruikelijk dat na een succesvolle militaire campagne de keizer of één van zijn generaals thuis als de grote held werd verwelkomd. Hij en zijn leger reden dan in een triomftocht de stad binnen op weg naar de tempel om de goden de dank te brengen voor de overwinning. De overwonnen vijanden werden geketend als slaven in deze processie meegevoerd. Zij werden openlijk tentoongesteld als de verliezers.

Wat wil Paulus met dit beeld van de triomftocht zeggen? Het is overduidelijk dat in deze beeldspraak God de overwinnaar is, maar hoe ziet Paulus zichzelf? Is Paulus als een aanvoerder in het leger van de keizer en deelt hij zo in de overwinning? Of ziet Paulus zichzelf als een overwonnen vijand die in deze tocht openlijk tentoongesteld wordt? Met andere woorden, ziet Paulus zichzelf als iemand die door God is overwonnen of als iemand die deelt in de overwinning van God? Waarschijnlijk zal onze voorkeur uitgaan naar het laatste, delen in de overwinning van God. Op zich genomen is dit ook waar, alleen de vraag is of Paulus dit ook in dit vers bedoelde. De geschiedenis van de uitleg van dit vers laat zien dat men hiermee geworsteld heeft. Tegenwoordig zijn de commentaren bijna unaniem in hun mening dat we vanuit grammaticale overwegingen en gelet op de context van de brief voorrang moeten geven aan het beeld dat Paulus als overwonnen persoon in Gods triomftocht wordt meegevoerd. 

Het tweede beeld is dat van een aangename geur. We kunnen hierbij denken aan de wierook die bij de triomftochten gebruikt werd en zich onder de mensen verspreidde en aan de offergeur die bij de oudtestamentische offers opsteeg naar God. Paulus drukt met dit beeld uit dat hij in dienst staat van God en dat door de verkondiging van het evangelie hij als wierookgeur is die God behaagt. Dit gaat verder dan alleen verkondiging; hij is als wierookgeur. Met andere woorden, door wie hij is in woord en daad, is hij als een aangename geur.

Als we de beide beelden die Paulus gebruikt samenvoegen dan wordt duidelijk wat Paulus wil zeggen. Het gaat niet om mij maar om Christus. Ik ben door God overwonnen en heb mijn eigen leven opgegeven en sta nu in dienst van God. En wat ik doe is niet om mezelf te profileren, maar om de kennis van God te verspreiden, zoals het bij een geurkaars niet om de kaars gaat maar om de geur die zich verspreidt. Dit geldt niet alleen voor hemzelf als apostel, maar voor iedereen die Jezus heeft leren kennen. Daarom schrijft hij over “ons, die één zijn met Christus.” De sluier over ons hart

Wij leven in een cultuur die gekenmerkt wordt door een ver doorgevoerd individualisme. Dit heeft ons allemaal gevormd en ons denken beïnvloed. Dergelijke woorden van Paulus vinden we dan ook lastig en onbewust gaan we deze afzwakken om ze te kunnen inpassen in ons individualistische denken. Dit is heel gevaarlijk! Als we niet oppassen zijn we net als de andere leraren in Korinte, van wie Paulus zegt dat ze een andere Jezus verkondigen (11:4). Enkele voorbeelden die ik bij mezelf en om me heen herken:

Wij leven in een cultuur met vele pop-, sport- en filmsterren. Nu zullen we onze voorgangers niet gaan vereren als helden, maar de voorgangers – en ook de worshipbands – van succesvolle kerken worden vaak wel op een voetstuk geplaatst als de “kerk-sterren” van nu. En ook in de kerk vinden we mensen op posities met aardig wat sterallures. Maar we zijn toch geroepen om de kennis over God te verspreiden en niet over onszelf?

Wij zijn allemaal consumenten die waar voor hun geld willen en voor wie tijd kostbaar is. Met deze houding gaan we heel vaak naar de kerk en verwachten iets voor ons en onze ontwikkeling te ontvangen. “Ik heb er niets aan gehad” of “het sprak me totaal niet aan” zijn woorden die vaak op zondag in kerken gehoord worden. Is dit de aangename geur die wij geacht worden te verspreiden?

In de politiek en economie zijn wij gefascineerd door sterke leiders en daadkrachtige ondernemers die het verschil maken. En dit gaan we ook van onze leiders in de kerk verwachten of dit onszelf als leiders opleggen, want krachtig leiderschap is nodig met een goed doordacht beleid! Nemen we hiermee het heft niet in eigen hand? We worden toch meegevoerd in Gods triomftocht?

In 2 Korintiërs 3:15 schrijft Paulus dat er bij zijn Joodse volksgenoten een sluier over hun hart ligt, waardoor hun verstaan beperkt is als de wet wordt voorgelezen. Wij zijn zo gevormd door een individualistische cultuur en een consumptiemaatschappij dat ook wij een sluier over ons hart hebben waarvan we ons niet bewust zijn. Daarom is zelfonderzoek zo nodig. Maar hoe word je bewust van de dingen waarvan jij jezelf niet bewust bent? Door je kwetsbaar op te stellen en jezelf vragen te stellen. Door wat er tegen je gezegd wordt, ook harde kritiek, serieus te overwegen en eerlijk te onderzoeken of er een kern van waarheid in zit. Door te luisteren naar Christenen uit andere landen en culturen die niet gevormd zijn door onze Nederlandse cultuur. En bovenal door te bidden voor geopende ogen waardoor je de Bijbel anders gaat lezen en God je dingen laat zien over jezelf en onze cultuur die je voorheen niet gezien hebt.

Op deze wijze aan zelfonderzoek doen is niet gemakkelijk. Maar als dit je lukt, dan kom je wel tot vernieuwing. Dan kunnen we, net als Paulus, God dankbaar zijn dat Hij ons en ons culturele denken heeft overwonnen en ons meevoert in Zijn triomftocht van het evangelie van Jezus Christus.


Bronnen:

Artikel in het ND van 7-01-2022

Commentaren op 2 Korintiërs van o.a. Paul Furnish in The Anchor Bible (174-76), David E. Garland in The New American Commentary (140-147), Murray J. Harris in The New International Greek Testament Commentary (243-246) en Frank J. Matema in The New Testament Library (71-73).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *