24 september 2022 – Antonie Holleman

Wat mij in de stikstofdiscussie duidelijk is geworden is dat men veel te lang
eenzijdig vertrouwd heeft op technologie. Na de tweede wereld oorlog
stimuleerde de overheid de boeren over te gaan tot schaalvergroting en
specialisatie. Er heerste een groot vertrouwen in de nieuwste technologieën,
ook om de bijkomende mestproblematiek het hoofd te bieden. Ons land werd
toonaangevend in de wereld als het om landbouwtechnologie ging. We
hadden, en hebben nog steeds een zeer efficiënte landbouw.

Het is al vele jaren bekend dat het huidige landbouwsysteem moet
veranderen, de veestapel is veel te groot voor ons kleine landje. Maar het is
tot nu toe niet gelukt een grondige wijziging tot stand te brengen. Boeren
voelen zich de dupe van wispelturig beleid van de overheid, de overheid heeft
jaren lang niet de moed gehad het stikstof probleem echt aan te pakken en
de consumenten zijn onvoldoende bereid of overtuigd om meer te betalen
voor de landbouwproducten. Iedereen wijst naar de ander en is niet bereid
tot een wezenlijke systeemverandering die ook hen persoonlijk mag raken.
Men blijft hopen op een slimme, technologische oplossing of een financiële
compensatie zodat men zo veel als mogelijk kan doorgaan zoals men gewend
is.

Iets soortgelijks zie ik in de kerk gebeuren. We weten al decennia lang dat
het niet goed gaat met de kerk, meer mensen verlaten de kerk dan erbij
komen. Er wordt al jaren geroepen dat het anders moet, maar evenals in de
landbouw hebben we veelal ingezet op technologie en programma’s. De
kerkzalen van nu staan vol met apparatuur, we zingen onze liederen op een
hele andere manier dan 50 jaar geleden, we hebben de organisatievormen
drastisch veranderd, we hebben allerlei programma’s opgezet en campagnes
gevoerd, maar wat hebben deze maatregelen nu opgeleverd? Is het aantal
bekeringen significant toegenomen? Verlaten nu minder mensen de kerk?
Heeft de kerk een grotere impact in de samenleving? Is de kerk meer
Christusgelijkvormig geworden? Met pijn in mijn hart moet ik op deze vragen
nee antwoorden.

Tijdens de coronacrisis in de afgelopen twee jaar hebben bepaalde
ontwikkelingen zich versneld en kwamen dingen die niet goed zaten aan de
oppervlakte. Wat ik nu veel hoor is dat gemeentes tot het inzicht zijn
gekomen dat ze veel te weinig aan community building hebben gedaan en te
weinig in de onderlinge verbinding hebben geïnvesteerd. We worden er ons
opnieuw van bewust dat de kerk geen programma, of alleen maar een dienst
is die je bezoekt. De kerk is een gemeenschap, het lichaam van Christus.
Maar zijn we bereid om ingrijpende keuzes te maken die ons gaan helpen dit
hervonden inzicht om te zetten in een andere manier van kerk-zijn?

Het is voor ons allemaal bekend dat veranderingen die ons persoonlijk raken
lastig zijn. We willen liever doorgaan met wat voor ons vertrouwd is dan dat
we het roer omgooien. Uit een internationaal onderzoek bleek dat 62% van
de ondervraagden klimaatverandering als het grootste probleem op
milieugebied ziet. Echter, de bereidheid om ook zelf echt iets te doen was veel
lager, en met 37% scoorde Nederland zelfs het laagst. Klimaathypocrisie
wordt dit genoemd; vinden dat het anders moet maar zelf niet bereid zijn er
echt iets aan te doen. Het is makkelijker te wijzen naar anderen die moeten
veranderen dan zelf te veranderen. Ik vrees dat het in de kerk niet veel
anders is.

Paulus

Paulus schrijft aan de gemeente in Korinte een brief ter voorbereiding van
zijn bezoek. De relatie tussen Paulus en de gemeente was nogal lastig. Nadat
hij de gemeente gesticht had waren andere apostelen in de gemeente
gekomen die zichzelf beter vonden dan Paulus. En velen in de gemeente
gingen daarin mee. De nieuwe apostelen waren betere predikers, ze traden
daadkrachtiger op en waren veel geestelijker.

Dit moet Paulus enorm getergd hebben. Je proef dit als je 2 Korintiërs leest.
De Bijbel in Gewone Taal geeft dit gevoel goed weer in de vertaling van 11:5.
“Ach ja, die mensen zijn natuurlijk ook de beste apostelen die er zijn.
Tenminste dat vinden ze zelf. Maar ik denk dat ik minstens zo goed ben als
zij. Goed, ik heb niet geleerd om alles zo mooi te zeggen als zij. Maar kennis
van de waarheid heb ik in ieder geval wel…”

Wat Paulus nog meer steekt dan de aanval op hem persoonlijk is dat de
boodschap van deze apostelen een verdraaiing is van de kern van het
evangelie. Ze verkondigen een andere Jezus (11:4). Zij brengen een evangelie
van kracht, spektakel, indruk maken, een spierballen evangelie.
Schijnapostelen noemt Paulus hen (11:13). Volgens Paulus laat het evangelie
zien dat Gods kracht ten volle geopenbaard wordt wanneer wij zwak zijn en
ons kwetsbaar opstellen. Om het anders te zeggen, wanneer wij ons masker
afleggen en nalaten om te imponeren (12:9-10). Hoe die andere apostelen
tewerk gaan laat juist het tegenovergestelde zien. Ze zijn te veel gericht op
uiterlijkheden (5:12).

Paulus schrijft deze brief ter voorbereiding op zijn bezoek omdat zijn vorige
bezoek geen succes was. Zij waren toen niet nader tot elkaar gekomen en
Paulus vreest dat dit weer gaat gebeuren (12:20-21). In zijn brief roept hij de
gemeente op zichzelf te onderzoeken. Hoofdstuk 13:5, opnieuw in de
vertaling van de Bijbel in Gewone Taal: “Vrienden, jullie moeten nu eens
kritisch naar jezelf kijken! Stel jezelf deze vraag: Leef ik echt als een
gelovige?” Met andere woorden: Kijk nou eens in de spiegel en onderzoek
jezelf in plaats van steeds maar te wijzen naar de ander.

Paulus roept op tot zelfonderzoek. Maar geen zelfonderzoek naar hun
geloofsovertuiging, naar hun gedrevenheid en enthousiasme, of ze nog wel
vurig en vol overgave in het geloof staan. Dat zat wel goed volgens Paulus, hij
schrijft dat ze een vast geloof hebben (1:24). Hij roept hen op tot een
zelfonderzoek naar hoe ze met hun overtuiging omgaan, of hun handelen in
overeenstemming is met wat zij geloven. In zijn brief legt Paulus zelf
getuigenis af van zo’n zelfonderzoek en vraagt de gemeente hetzelfde te doen.

Zelfonderzoek

Zelfonderzoek! Het tegenstrijdige van zelfonderzoek is dat je hiervoor een
ander nodig hebt die je bevraagt, feedback geeft, je een spiegel voorhoudt.
Wij hebben namelijk allemaal de neiging om te lief voor onszelf te zijn, en
vergeet ook niet onze eigen blinde vlekken waardoor wij niet zien wat een
ander wel van ons ziet.

Een andere moeilijkheid is dat in tijden van strijd en polarisatie
zelfonderzoek zeer lastig is. We zijn dan juist gefocust op het weerleggen of
bestrijden van de ander en niet op het luisteren naar hoe die ander, met wie
wij het niet eens zijn, ons kan helpen in het zelfonderzoek.

En toch is dit de weg die Paulus de gemeente en ook ons wijst. Niet zodat hij
gelijk krijgt maar zodat zij het kwade nalaten en het goede doen.

Als kerk willen we deze weg van zelfonderzoek en reflectie bewandelen. We
belijden dat alles in de kerk niet zo goed is als we dachten of voordeden en
kiezen ervoor dit niet gelaten te accepteren als iets dat er nu eenmaal bij
hoort. En ten tweede, in plaats van de schuld hiervoor te zoeken bij anderen
willen wij eerst de balk uit ons eigen oog halen voordat we ons druk maken
om de splinter bij de ander (Matteüs 7:5).

Dit is de Bijbelse weg, dit is de weg die Christus ons wijst. Dit is ook de weg
die past bij een kerk die zichzelf een heiligingskerk noemt. Op dit laatste wil
ik de volgende keer verder ingaan.

Voor nu de vraag aan mij en aan jou: Doe je mee aan de oproep van Paulus?
Ben je bereid om kritisch naar jezelf te kijken en de vraag te stellen: ‘Leef ik
echt als een gelovige?’

Bronnen
https://www.nd.nl/nieuws/economie/1138999/landbouwhistoricus-mari-smits-net-als-deboeren-zit-het-cda-klem

https://kantar.turtl.co/story/public-journal04/page/1?utm_source=global%20web&utm_medium=website&utm_campaign=PUBLIC%2004&utm_id=PUBLIC%20Journal

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *